Proefdagen deel 2

Proefdagen deel 2

Effe een dagje proefdraaien

Al eerder schreef ik hier over de proefdag. Proefdagen zijn de roze olifanten in de horeca. Iedereen doet het, niemand spreekt erover en vooral niemand denkt erover na. Laat ik vooropstellen dat ik de wens voor een proefdag goed begrijp. Je kan niet altijd op basis van een CV iemands vaardigheden inschatten en soms ontbreken betrouwbare referenties. Dat is vrijwel altijd het geval als iemand net in Nederland is gearriveerd vanuit een ander land. In mijn vorige artikel waarschuwde ik nadrukkelijk voor de gevaren van een proefdag. Twee van de gevaren waar ik op wees waren (1) de gevaren van het ontstaan een arbeidsovereenkomst en (2) het niet verder kunnen gebruiken van de proeftijd.

In het begin van dit jaar liet de Hoge Raad een uitspraak van de kantonrechter te Rotterdam in stand waarbij de kantonrechter had geoordeeld dat de gewerkte meedraaidagen moesten worden aangemerkt als een voorovereenkomst en wel in het bijzonder een arbeidsovereenkomst. In die casus waren partijen er wel bijna uit. De werknemer zou voor de start van de arbeidsovereenkomst een paar dagen meedraaien. Inwerken, meedraaien of even snuffelen aan elkaar. Geef het beestje maar een naam. Uiteraard gaat het fout. De werkgever vindt de werknemer toch niet helemaal geschikt (er is geen match) en de werknemer hoeft niet meer terug te komen. Die gaat daar niet mee akkoord en vordert onder andere loondoorbetaling. Met de uiteindelijke loondoorbetaling komt de werkgever goed weg. De kantonrechter helpt de werkgever een beetje door te bepalen dat er nog geen volledige overeenstemming was en dus geen arbeidsovereenkomst. In de juridische literatuur worden daar terecht vraagtekens bij gezet. De werkgever heeft op dit punt gewoon mazzel gehad. Dat had ook anders kunnen lopen en dan had de werkgever gewoon maanden loon moeten betalen.

De vraag is echter wat geleerd kan worden van de uitspraak van de kantonrechter. Een uitspraak die zoals gezegd in stand werd gelaten door De Hoge Raad en daarvoor door het gerechtshof.

Les: Proefdagen/meedraaidagen kunnen een arbeidsovereenkomst opleveren als je niets regelt. Eerst even over het gevolg. Wat betekent dit nu eigenlijk dat er een arbeidsovereenkomst bestaat? Los van het loon is misschien wel het belangrijkste gevolg is, dat er een probleem in de ketenregeling ontstaat. Je weet wel: zoveel arbeidscontracten binnen zoveel tijd (3 arbeidscontracten in drie jaar). Oeps! Daar gaat het eerste arbeidscontract.
Een ander gevolg is de proeftijd. Het is goed verdedigbaar door de werknemer dat een werkgever na zo’n eerste “proefcontract” geen beroep meer kan doen op de proeftijd. Daar zijn een aantal argumenten voor, maar de belangrijkste lijkt mij wel dat de totale duur van een proeftijd wordt overschreden. Daarmee kan de werknemer de nietigheid van het proeftijdbeding inroepen.
Het derde gevolg is dat er een werkgever – werknemer relatie ontstaat met alle mogelijke aansprakelijkheden.

Intermezzo: ooit werden wij gebeld dat een kok die via ons gedetacheerd zou worden tijdens de proeftijd zijn halve vinger eraf had gesneden. Gelukkig hadden wij het wel van te voren geregeld…

Hoe zou je dit nu kunnen oplossen?

Het eerste antwoord is misschien wel…. niet! Accepteer dat als het echt gaat om meedraaidagen of iets dergelijks dat je dit niet kan wegcontracteren. Laat de (beoogd) werknemer dan een aantal dagen via een uitzendbureau/payroller werken. Realiseer je dan wel dat je dan in ieder geval al één contract hebt gehad. Pas vervolgens de proeftijd naar beneden aan. Met dit laatste bedoel ik dat je als werkgever de duur van de proeftijd in het contract verlaagt met de duur van “proefdagen”. Een mogelijke oplossing is om nadrukkelijk de elementen van de arbeidsovereenkomst weg te halen. Dus geen loon en geen gezagsverhouding. Geen loon betalen lijkt mij helder hoe dat is op te lossen. Laat het ook echt maar een paar uurtjes zijn. Spreek af dat de kandidaat een kandidaat is en geen werknemer en spreek vooral af dat het vrijheid blijheid is. De kandidaat kan gaan en staan wanneer hij wil. Wat je hier probeert te doen is duidelijk te maken dat er geen enkele gezagsverhouding is. Ook dit is een cruciaal onderdeel bij een arbeidsovereenkomst. Mijn advies zou ook zijn om een paar uur snuffelen nadrukkelijk onder te brengen bij de sollicitatieprocedure.

Ik zeg dit ook omdat de kantonrechter in zijn uitspraak nadrukkelijk kijkt naar de bedoelingen van partijen. Wat mochten partijen over een weer van elkaar verwachten. Waar mocht de werknemer en werkgever op vertrouwen. Als dat goed van te voren vaststaat, is daar dus geen discussie over.

Tot slot:

Bezint eer gij begint. Persoonlijk zie ik heil in de proefdagen als je niet het niveau van iemand kan inschatten. Voor de rest kan je hier prima het instrument van de proeftijd gebruiken. Als iemand niet in het team blijkt te passen, waarom niet na een paar werken de arbeidsovereenkomst beëindigen. Dat werkt ook andersom. Je ziet als werknemer jouw collega’s vaker dan je naasten. Dat moet dan wel een beetje klikken.

#proefdag #proefdagen #meedraaien #proefdagindehoreca

Wet Arbeidsmarkt in Balans en de Horeca

Wet Arbeidsmarkt in Balans en de Horeca

Vandaag stuurde Minister Koolmees de aangekondigde herstructurering van het arbeidsrecht naar de tweede kamer. Een dik boekwerk van pak em beet 170 pagina’s gaat de komende maanden de arbeidsrechtjuristen bezig houden. Het betere geneuzel op de vierkante centimeter zeg maar. UIteraard hebben wij gekeken wat dit wetsvoorstel voor de horeca betekent. En zonder volledigheid te pretenderen: onze eerste indrukken.

Langere proeftijd

Kennelijk is een vast contract heilig geworden. Volgens de minister zouden de mensen met een vast contract namelijk een veel betere rechtsbescherming hebben. Daar kun je wel wat tegenin brengen maar dat heeft in deze blog niet heel veel zin. Belangrijker is echter dat de Minister de mogelijkheid geeft om een proeftijd van 5 maanden, ik herhaal 5 maanden, overeen te komen bij een arbeidscontract van vijf maanden. Je hoeft geen grote glazen bol te hebben om te bedenken dat sommige horecabedrijven hier misbruik van gaan maken.

Gratis geld voor werknemers

Gratis geld voor de werknemer vanaf de eerste dag. Waar nu de werknemer pas na twee jaar recht heeft op een transitievergoeding is dit nu vanaf de eerste dag. Dus als een contract van 7 maanden niet verlengd wordt, zal dit toch al snel een paar honderd euro extra opleveren. Daar staat echter tegenover dat bij langdurige contracten de transitievergoeding omlaag gaat.

Kortere contracten worden duurder voor de werkgever. Een technisch verhaal maar waar het op neer komt is dat de WW premies bij tijdelijke contracten hoger zijn.

Twee jaar wordt weer drie jaar.

Waar we nu gewend waren aan het regime van maximaal 3 tijdelijke contracten binnen de twee jaar wordt het nu weer drie tijdelijke contracten binnen de drie jaar.

Einde aan permanente beschikbaarheid van oproepcontracten.

Eerlijk gezegd kennen wij ze niet meer. De werkgevers die eisen dat oproep werknemers continu beschikbaar moeten zijn. Het kabinet maakt echter een einde aan dit probleem. Oproepkrachten moeten minstens vier dagen van te voren worden opgeroepen.

Tot zover onze eerste indrukken. Wordt vervolgd en de grote vraag is uiteraard wat er allemaal overeind blijft staan tijdens de behandeling in de eerste en tweede kamer.

 

Ron – ik wil geen nieuwe restaurants meer – Blaauw

Ron – ik wil geen nieuwe restaurants meer – Blaauw

 

Als horecarecruiters schrijven wij over horecagerelateerde onderwerpen. Bijvoorbeeld over de recruitment van keukenpersoneel. Deze keer weer over Ron Blaauw.

Het was niet al te lang geleden dat de succesvolle horeca-ondernemer het nieuws haalde door zijn opvallende actie door een woning en een scooter ter beschikking te stellen aan zijn toekomstige koks. Wat ik vooral opvallend vond is hoe hij hier het nieuws mee haalde. Het leasecontractje voor de scooter kunnen de koks ook wel echt zelf afsluiten en woningruimte regelen gebeurt al decenia lang op bijvoorbeeld de waddeneilanden.

Daar werkt het ook omdat de koks bijvoorbeeld na afloop van het seizoen de woonruimte weer verlaten. Ron Blaauw moet dat met de door hem geregelde woning maar afwachten. Immers het huurcontract loopt gewoon als de kok een andere baan zoekt en vindt.

Deze week haalde de horeca-ondernemer het nieuws met zijn pleidooi voor een stop op horecazaken in het hogere segment. Het zou namelijk bijna onmogelijk zijn om goed horecapersoneel te vinden.

Allereerst het vinden van personeel. Horecazaken die hun personeel aan zich binden en bij zich houden hoeven ook geen personeel te vinden. Dat hebben ze namelijk al. De bittere waarheid is echter dat een groot gedeelte van de horeca er niet in slaagt om het personeel vast te houden. En de jankverhalen over dat koks voor een paar tientjes overstappen, daar heb ik het echt helemaal mee gehad. Een paar tientjes per week kan soms een enorme verbetering van de koopkracht zijn.

Onze ervaring is dat alleen ondernemers die oog hebben voor de harde en zachte arbeidsvoorwaarden erin slagen om de mensen vast te houden. Een normaal loon, een gezellige sfeer en wat toekomstperspectief zijn vaak voldoende om de mensen voor wat langere tijd vast te houden. En onder een normaal loon verstaan wij niet het loon volgens de horeca-killer bij uitstek “de nieuwe CAO”. En wees dus ook niet verbaast dat het personeel wegrent als je onder het marktgemiddelde betaalt, loopt te rommelen met de fooien of de overuren niet uitbetaald.

Voor de werving geldt exact hetzelfde. Een doorverwijzing via een collega is verreweg de meest succesvolle methode om een kok te werven. En een kok die het niet naar zijn zin heeft, zal natuurlijk niet snel een vriendje binnenhalen. Onze waarneming is dat juist de horeca-zaken die een beetje oog hebben voor de marktwaarde van de kok en bijvoorbeeld een vierdaagse werkweek aanbieden er wel in slagen om de keuken te vullen en gevuld te houden.

Als de horeca oog gaat hebben voor arbeidscondities 2.0 dan gaat het wel weer goed komen. Dus niet lopen huilen dat er te veel zaken zijn, maar zorgen dat het aantrekkelijk wordt om in de horeca te werken. Een normaal loon, goede arbeidsomstandigheden, perspectief, scholing etc etc. Dat zouden de gespreksonderwerpen moeten zijn. Niet het buitensluiten van nieuwe ondernemers!

 

 

 

Sterrenslag

Sterrenslag

Geloof het of niet maar voor ons is het kijken naar de live stream van Michelin werken. Waarom? Omdat dit een impact heeft op de arbeidsmarkt voor koks. Restaurants die net een ster hebben behaald zullen vaak worden beloond met het leeglopen van de keuken. Waarom? Omdat het team bij elkaar is gebleven voor de ster en na de ster de verhoogde marktwaarde willen incasseren. Het Rijks kan er over meepraten.

En natuurlijk is het ook om andere redenen leuk. Bijvoorbeeld omdat je de mensen kent in de keuken. Omdat je opdrachtgevers met gespannen gezichtjes in de zaal ziet zitten.

De verrassing voor ons was de ster voor de Duchess. En dat had het eigenlijk niet moeten zijn. Executive Chef Hari Shetty kookt zijn hele leven al sterren bij elkaar en het is gewoon een prachtige zaak in een prachtige ambiance.

Iets wat ik ook erg mooi vond was de toekenning van de ster voor de White Room. Geweldig hoe een super gedreven Arturo Dalhuisen alles maar dan ook alles opzij heeft gezet om die ster bij elkaar te koken.

En natuurlijk is het mooi dat er een derde ster is bijgekomen voor Inter Scaldes. Nederland staat steeds nadrukkelijker op de kaart als een culinair land!

Minimaal net zo nieuwswaardig is hetgeen er niet wordt gezegd. Bijvoorbeeld geen nieuwe ster voor La Rive. Iets dat stiekem toch een hoop mensen hadden verwacht.

Horeca CAO. KHN en CNV huren hans Clock in.

Horeca CAO. KHN en CNV huren hans Clock in.

 

Als Horeca recruiters adviseren wij werknemers en werkgevers onder andere over de arbeidsvoorwaarden. Een kok vinden is één! Een kok behouden – en dus werken aan een stabiel en loyaal team is een ander verhaal. Daar past geen korte termijn politiek bij, maar een werkgeversbeleid waarbij oog is voor de gewijzigde omstandigheden. Horeca 2.0

Een groot deel van de horecawerkgevers is echter helemaal niet 2.0 en zelfs niet 1.5 of 1. Zo min mogelijk betalen en als het eten uit de keuken op tafel komt, dan is het helemaal prima. Na ons de zonvloed.

En dat zien we ook wel terug in de manier waarop er personeel wordt geworven. Totaal inspiratieloos. Het aantal advertenties in de horeca dat zich beperkt tot de woorden “wij zoeken personeel” is niet te tellen en fantasieloos is vaak nog wel de meest sympathieke omschrijving. En dat is doodzonde, want soms heeft het bedrijf hartstikke veel te bieden, maar slaagt men er gewoon niet in om dat op papier te krijgen.

En dat is laatste is best wel vreemd want als ergens een branche is waar men bekend is met overtuigende communicatie, dan is het de horeca wel. Denk bijvoorbeeld aan de menukaarten waar woorden als ambachtelijk, lokaal, vers en dergelijke worden gebruikt. Dit om vooral te suggereren dat het helemaal toppie is in de keuken en dat er geen halffabrikaatje wordt gebruikt. Een mooi voorbeeld van framing. Framing is een communicatietechniek die we vooral uit de politiek kennen. Communicatietechnieken waarbij bepaalde aspecten eruit worden gelicht. En dan gaat het vooral om aspecten waarbij men hoopt dat de beoogde ontvangers daar het meest vatbaar voor zijn.

Een briljant stukje framing zagen wij de afgelopen dagen rond de aanstaande nieuwe CAO. En alle grote newsmedia deden eraan mee. Juichend werd er gesteld dat de mensen in de horeca er bijna 5 procent op vooruit gaan. En uiteraard wordt dergelijk nieuws met vreugde ontvangen. 5 procent erbij. Dat is toch lekker.

Helaas is de werkelijkheid helemaal niet lekker en zelfs bitter. Wat er werkelijk is afgesproken: de lonen in de tabellen worden verhoogd met de inflatie plus 1 procent.

En zelfs dat is nog maar de helft van het verhaal. In de randstad zijn de tabellen van de KHN vaak al hartstikke deauddd. De lonen liggen er vaak al boven. Er is geen kok in Amsterdam die werkt voor de bedragen van de KHN en dus ook niet voor de bedragen uit de bijna aanstaande CAO. Al deze mensen gaan er dus geen cent op vooruit.

Ik herhaal: de meeste koks gaan er geen cent, nul komma nul, nada helemaal niks op vooruit. Die worden er namelijk al boven betaald!

Een voorbeeld. Volgens de AVR/KHN werkgeverstabellen krijgt een zelfstandig werkend kok nu € 1733 (schaal 4) of € 1790 (schaal 5). Voor deze salarissen komen in de grote steden geen mensen meer werken. Even om de ernst van de zaak aan te stippen. Bovengenoemde salarissen gaan uit van het begrip “vakkrachten”. En vakkrachten of anders gezegd vakmensen schaal je even boven het wettelijk minimumloon in.

Laat het duidelijk worden met Henk. Henk is een zelfstandig werkend kok en is net een nieuw contract aangegaan bij een nieuwe werkgever. Henk heeft na enige onderhandelingen een vierdaagse werkweek afgesproken (4 dagen, 9.5 uur) en krijgt daarvoor  € 2050,– bruto. Bepaald geen wereldschokkend salaris voor een zelfstandig werkend kok.

Heeft Henk recht op een salarisverhoging omdat er een nieuwe CAO komt? Het antwoord is nee! Nee, nee en nog eens nee! Naar boven afgerond komt er namelijk 5 procent bij over 2 jaar. € 1790 plus 5 procent is  € 1880,– bruto. € 1880,– is ruimschoots onder het door Henk uit onderhandelde bedrag.

Conclusie: Henk heeft op basis van de nieuwe bedragen geen recht op een verhoging. Henk heeft geen bal aan de nieuwe CAO. Henk krijgt er namelijk Niks, Nada, Noppes, helemaal niets bij!

Desondanks was Henk eerst wel blij. Henk dacht namelijk op basis van door de werkgevers de wereld ingestuurde persberichten dat hij er op vooruit zou gaan. Henk wist echter niet dat de CAO partijen Hans Klok hadden ingehuurd om een illusie te creëren. Om een frame te plaatsen. Om te suggereren dat iedereen erop vooruit ging, terwijl bijvoorbeeld de gemiddelde kok er niets mee opschiet. Nice Job Hans!

En hetzelfde geldt voor het bedienend personeel. Bij de meeste zaken waar wij over de vloer komen wordt er ook al boven de tabellen betaald. Waarom? Omdat men simpelweg anders niemand krijgt.

En daarom is het ook een beetje genant dat men framingstechnieken nodig heeft om een CAO aan de man te brengen terwijl het in werkelijkheid om andere vragen gaat. Vragen over de aantrekkelijkheid van het vak en dan met name hoe die verhoogd wordt. Vragen over de toekomst van het vak, over nieuwe beloningsmodellen, etc etc.